‘Mijn kind of leerling heeft een brede interesse, lijkt zonder moeite de schooldag door te komen en trekt liever op met oudere kinderen. Zou mijn kind of leerling hoogbegaafd zijn?’ Misschien heeft u zichzelf deze vraag weleens gesteld of anderen erover horen praten.
Hoogbegaafdheid is een onderwerp dat zomaar ter sprake kan komen in een gesprek en allerlei emoties op kan roepen. Opmerkingen als “Hoogbegaafden zijn kleine Einsteins” of “Ze redden zich wel” klinken geregeld, maar kloppen die eigenlijk wel? Wat betekent hoogbegaafdheid nu écht? En hoe herkent u het?
Meer dan alleen een hoog IQ
We zijn niet de eerste die zich over deze vraag buigen, velen hebben dat al eerder gedaan. Wat steeds duidelijker wordt, is dat hoogbegaafdheid meer is dan alleen een hoge intelligentie. Eén van de modellen die dit goed beschrijft, is dat van Mönks (1984), dat voortbouwt op het werk van Renzulli (1978). Volgens dit model spelen naast intelligentie ook creativiteit en doorzettingsvermogen een grote rol en is daarnaast de omgeving waarin een kind opgroeit minstens zo belangrijk. Krijgt een kind erkenning en aansluiting bij anderen? Wordt het voldoende uitgedaagd, of moet het vooral ‘meer van hetzelfde’ werk doen?
Wat heeft uw kind nodig?
Hoogbegaafdheid vaststellen is niet altijd eenvoudig. Maar misschien is een diagnose niet het belangrijkste. De vraag is vooral: Wat heeft mijn kind of leerling nodig? Hoe kan het zich optimaal ontwikkelen? Het gaat om écht kijken naar het kind in al zijn eigenheid en diversiteit.
KOC denkt graag met u mee over deze vragen. Heeft u behoefte aan ondersteuning of advies? Neem gerust contact met ons op via info@koc.nu.
Overzicht nieuws