Wanneer relatie tussen onderwijs-overheid gaat spannen #WvhO

6 oktober 2021
De Week van het Onderwijs is een goede gelegenheid om te laten zien waarom uw betrokkenheid zo belangrijk is. In deze blog schrijft Roelof Bisschop (SGP) over de rol van de overheid. Bemoeien zij zich niet teveel met het onderwijs?

We hoorden tijdens de verkiezingscampagne geregeld de roep om een sterke overheid. Opvallend is dat dit pleidooi juist van een liberale partij als de VVD kwam, terwijl die doorgaans voor een kleine overheid pleit. Wat is die sterke overheid precies en zitten we daar in het onderwijs eigenlijk wel op te wachten?

De SGP vindt het zeker belangrijk dat de overheid waar nodig optreedt om problemen aan te pakken en verbeteringen te stimuleren. Onze Grondwet stelt niet voor niets dat het onderwijs een voorwerp van aanhoudende zorg van de regering is. De regering moet zorgen voor een goed functionerend onderwijsstelsel, waarin bijvoorbeeld de overgang van basisschool naar middelbare school goed verloopt. Daarnaast moeten er basale regels zijn voor onder meer toegankelijkheid van het onderwijs en de inhoud van het onderwijsprogramma (kerndoelen). Ook bij nieuwe ontwikkelingen zoals digitalisering moet de overheid optreden, bijvoorbeeld als de veiligheid van scholen en leerlingen in het geding is.

Toch zitten ook altijd keerzijden aan een krachtige rol van de overheid. De overheid heeft zomaar de neiging om het beter te weten dan de leraren en de schoolleiders in de school, de bestuurders die verantwoordelijkheid dragen en de ouders die het onderwijs kiezen. Dat zien we het afgelopen jaar heel duidelijk als het gaat om burgerschap. Door nieuwe wetgeving dreigt een specifieke, seculiere visie op burgerschap de norm te worden voor iedereen.

Dat is een slechte zaak, omdat het mooie van de vrijheid van onderwijs juist is dat het onderwijs kan aansluiten bij de wensen van de ouders. Het is in een democratische rechtsstaat helemaal een slechte zaak dat scholen een bepaalde mening niet meer zouden mogen uitdragen, als dat op een fatsoenlijke manier gebeurt. Het onderwijs is toch bij uitstek de plek waar je leert om op basis van je eigen overtuiging om te gaan met verschillen in de samenleving? De initiatiefwet van SGP, CDA en D66 uit 2016 zorgt er in ieder geval voor dat de inspectie zich ook bij deze thema’s beter aan de regels houdt.

Ook op pedagogisch-didactisch vlak zien we overigens de risico’s van een sterke overheid. Dan worden bijvoorbeeld toetsen en instrumenten voorgeschreven die helemaal niet geschikt zijn voor kleuters. Dat gebeurt soms met de goede bedoeling om zicht te krijgen op de prestaties van het onderwijs, maar de kinderen zijn er slechter mee af. Is het niet beter om dit over te laten aan de mensen in de klas die er verstand van hebben? Gelukkig hebben we door amendering ook op dit punt de wet kunnen aanscherpen.

Als je het mij vraagt is het onderwijs beter af met een dienstbare dan met een sterke overheid. Laten we hopen dat de nieuwe ministers die houding hebben!

Deze bijdrage is geschreven door Roelof Bisschop (Tweede Kamerlid voor de SGP).

Foto: SGP

Overzicht nieuws

Gerelateerd

17 april 2024

Dalende lijn basisvaardigheden en kwaliteit van het onderwijs

Reactie van VBSO en VGS op de Staat van het Onderwijs 2024.

Lees verder
17 april 2024

Pedagogisch-didactisch handelen en extra ondersteuning vragen verbetering

Dat is één van de conclusies uit de Staat van het Onderwijs 2024. Veel van de onderzochte scholen (20%) kregen in achterliggende tijd het oordeel onvoldoende voor de kwaliteit van hun onderwijs. Volgens het rapport ontbreekt het bij deze scholen aan een goede visie met bijbehorende ambities en doelen. Daarnaast is er onvoldoende zicht op de ontwikkeling van kinderen. En wordt het pedagogisch-didactisch handelen als verbeterpunt aangewezen.

Lees verder