Vanaf 1 januari jl. is het Dyslexieprotocol 3.0 van kracht. In ieders beleving staat dit gelijk met: ‘Het is moeilijker om dyslexie vast te kunnen stellen.’ Of: ‘Je moet wel heel slecht presteren om nog in aanmerking te kunnen komen voor een dyslexie-onderzoek.’ Het is de vraag of deze conclusie wel helemaal juist is. In dit artikel willen we meer helderheid geven wat er nu precies aan de hand is en wat de grootste veranderingen voor de scholen zijn ten aanzien van het eerdere protocol.
Allereerst willen we meegeven dat de term Ernstige Dyslexie (vroeger Ernstige Enkelvoudige Dyslexie) enkel gehanteerd wordt als een behandelindicatie in Nederland binnen de dyslexiezorg (vanuit de Jeugdwet).’ (Bron: Brede Vakinhoudelijke Richtlijn Dyslexie).
Om de diagnose Dyslexie te kunnen stellen wordt echter gekeken of er sprake is van klinische problematiek bij de leerlingen op gebied van lezen of spellen, zoals vastgelegd in de DSM-V (specifieke leerstoornis). Het vaststellen van de aanwezigheid van klinische problemen op gebied van lezen en spellen ligt breder dan de regels die nu geldend zijn geworden voor het verkrijgen van de behandelindicatie (Ernstige Dyslexie). Kort gezegd betekent dit dat er kinderen zijn met dyslexie die in aanmerking komen voor de vergoede regeling dyslexie en daarmee aangemerkt worden als kinderen met Ernstige Dyslexie. Er zijn daarnaast ook leerlingen die ook de diagnose Dyslexie krijgen maar niet in aanmerking komen voor een vergoede behandeling. Deze kinderen hebben dus geen Ernstige Dyslexie maar voldoen wel aan de klinische problemen die behoren bij de diagnose Dyslexie.
We doen een poging om deze beide varianten voor jullie uit te werken:
Deze variant wordt doorgaans aangevraagd via een instantie die gecontracteerd is bij de gemeente voor dit soort onderzoek, bijvoorbeeld bij Driestar Educatief.
Zoals hierboven reeds aangegeven, is het woordje ‘Enkelvoudig’ verdwenen uit de term zoals we die kenden. Dit houdt in dat in tegenstelling tot eerdere jaren ook kinderen met andere problematieken naast lees- en spellingproblemen aangemeld kunnen worden (te denken valt aan kinderen met concentratie- en werkhoudingsproblemen, sociaal-emotionele problemen, problemen op gebied van Autisme Spectrum, enz.) Dit betreft dus een verbreding van de mogelijkheden om kinderen aan te melden voor vergoed onderzoek naar Ernstige Dyslexie.
Een leerling kan voor ED-onderzoek aangemeld worden als:
Goed om te weten: verhoudingsgewijs zullen er meer kinderen na het onderzoek de diagnose ‘gewoon’ dyslexie krijgen in plaats van Ernstige Dyslexie. Dit komt doordat de beslisregels ten aanzien van de achterstand rond technisch lezen tijdens het onderzoek zelf wél zijn aangescherpt. Wanneer naar aanleiding van vergoed onderzoek wordt gesteld dat er sprake is dyslexie maar geen ernstige dyslexie, krijgt een kind wel een dyslexieverklaring maar moet je als school zelf de begeleiding weer verder vormgeven. Dit kan gedaan worden in samenspraak met de onderwijsadviseur. De Wet passend onderwijs biedt in deze gevallen de kaders voor gerichte ondersteuning van de lees- (en evt. spelling)problematiek.
De scherpe opmerker heeft nu ook in de gaten dat een leerling vroeger in aanmerking kwam voor EED-onderzoek wanneer het drie keer E (V-min) scoorde op spellen in combinatie met een lage D-score (V-score) op technisch lezen. Dit criterium is aangepast en met ingang van 1 januari dus vervallen. Betekent dit dan dat kinderen die alleen uitval op spelling laten zien geen dyslexie kunnen hebben? Nee! Alleen komen deze kinderen dus niet meer in aanmerking voor een vergoed (behandelindicatie) onderzoek. Lees daarom verder bij de andere variant: ‘gewoon’ dyslexie.
Wanneer men ziet dat leerlingen niet in aanmerking komen voor vergoed onderzoek (ED), maar er wél duidelijke hiaten zijn ten aanzien van lezen en/of spellen, kan overwogen worden om als school zelf het onderzoek naar eventuele dyslexie in gang te zetten en te bekostigen. Dit onderzoek wordt gedaan door de onderwijsadviseur van uw school. Mocht uit dat onderzoek naar voren komen dat er inderdaad sprake is van dyslexie, dan ontvangt de leerling eveneens een dyslexieverklaring. Met het oog op de overgang naar het Voortgezet Onderwijs is het zorgvuldig om deze route te overwegen bij leerlingen die al vroeg in de schoolloopbaan tegen de grenzen van hun lees- en spellingsmogelijkheden aanlopen. Ook hier geldt dat de school de hulp na het onderzoek vervolgens zelf weer moet laten aansluiten op de mogelijkheden van de betreffende leerling. De onderwijsadviseur denkt daar uiteraard in mee. De Wet passend onderwijs biedt in deze gevallen de kaders voor gericht ondersteuning van de lees- (en evt. spelling)problematiek.
Een zelf te bekostigen onderzoek naar dyslexie valt te overwegen wanneer een leerling:
In alle genoemde gevallen is minimaal een half jaar hulp op zorgniveau 3, minimaal één uur per week, verdeeld over meerdere momenten, noodzakelijk.
Goed om te weten: uitval op alleen spelling wordt gezien als een a-typische vorm van dyslexie en komt daarmee niet meer in aanmerking voor de behandelindicatie en is daarmee geen ernstige dyslexie, maar eerder ‘gewoon’ dyslexie. Deze vorm van dyslexie wordt soms ook aangeduid met de naam dysorthografie.
Download hier de beslisbomen met:
In dit artikel wordt veel gesproken over het bieden van de juiste hulp op gebied van lezen/spellen (oftewel: niveau drie). Handreikingen daarvoor zijn te vinden via:
Neem dan gerust contact op met ons!
Overzicht nieuws