Nationale voorleesdagen: Een hoofdstukje extra

‘Au’, zegt Jip! Het doet geen pijn’, zegt de kapper.’ Sommige zinnen uit kinderboeken zitten in je geheugen gegrift. Ook verhalen die meesters en juffrouwen voorlazen kunnen jaren meegaan in de herinneringen. Tijdens de Nationale Voorleesdagen (D.V. 24 januari tot 3 februari) worden opvoeders volop gestimuleerd om voor te lezen. Maar wat is nou eigenlijk het nut van voorlezen?

Voordat kinderen leren lezen, leren ze taal vooral door het te horen. Zijn kinderen doof, of groeien ze op zonder dat ze spraak horen, dan is het erg lastig om een taal te leren. Bekend is het voorbeeld van Genie, een meisje dat jarenlang door haar ouders werd vastgebonden en in deze tijd zelden mensen hoorde praten. Toen ze als 13-jarig meisje ontdekt werd, kon ze maar een paar woorden begrijpen en uitspreken. Door pogingen om haar te leren praten, leerde Genie later alsnog veel woorden, maar het vormen en uitspreken van zinnen, bleef vrijwel onmogelijk. Een extreem voorbeeld dat laat zien hoe belangrijk het is dat kinderen veel taal horen om hun moedertaal te kunnen leren.

Voorlezen is een manier waardoor kinderen veel taal horen en dus kunnen leren. Wetenschappers onderzochten in hoeverre voorlezen bijdraagt aan de taalontwikkeling van kinderen. Ze ontdekten dat kinderen door voorlezen veel nieuwe woorden leren en dat voorlezen kinderen kan helpen om complexe zinnen te begrijpen en gebruiken. Ook snappen kinderen door voorlezen eerder zowel de letterlijke als figuurlijke betekenis van taal.* Hoe meer je leerlingen voorleest, hoe beter zij hun moedertaal onder de knie krijgen. Lees je klas dus gerust een hoofdstukje extra voor.

*Batini et al. (2020). Reading aloud and first language development: A systematic review. Journal of Education and Training Studies, 8(12), 49-68. https://doi.org/10.11114/jets.v8i12.5047

D.M.W. (Mirjam) van Lagen-van der Tang MA

Onderwijsadviseur

Stel een vraag