„De docent voor de klas kan hulp krijgen van kunstmatige intelligentie en virtuele techniek.” Het struikelblok waardoor deze hulp niet ingezet wordt? De organisatie van ons onderwijs. Tijd om deze genante sta-in-de-weg voor de lokkende kunstmatige vrijheid van dichtbij te bekijken.
Enkele stellige uitspraken van prof. dr. Max Louwerse, hoogleraar cognitieve psychologie en kunstmatige intelligentie in Tilburg (RD 5-9), verdienen een paar stellige tegenhangers. Ze suggereren namelijk dat heel het onderwijs niet om kunstmatige intelligentie (AI) en virtualiteit heen kan. Zo van: „Of je nu wilt of niet, zonder ga je achterlopen, blijven je resultaten achter en bovendien doen we ons nageslacht tekort als we dat niet gaan gebruiken. Het onderwijs zelf is de enige nog te nemen hobbel in de weg.”
Juf, meester, docent, vooral niet schrikken. Gelukkig is de organisatie van ons onderwijs, en vooral uw onwaardeerbare plaats daarin, een hindernis. Net als die betonnen drempels in de woonwijk. „Irritant”, vindt de haastige automobilist die er dagelijks overheen hobbelt en ongeremd een minuut eerder thuis wil zijn. „Gelukkig”, zucht de bezorgde moeder die haar dierbaren op straat laat spelen. „Dit houdt de snelheid eruit en voorkomt ongelukken.” Het is dus maar net hoe je naar die bult-in-de-weg kijkt.
Overigens alle respect voor wetenschappers als Louwerse die de toegevoegde waarde van kunstmatige intelligentie en virtualiteit onderzoeken. Ze zullen zeker bijdragen aan de versnelling van bepaalde deel-leerprocessen, om maar even bij het onderwijs te blijven. Onze jongeren zullen ook zeker voorbereid moeten worden op een baan waarin deze technieken gebruikt worden. Maar: „AI moet niet meer worden dan een hulpmiddel”, schreef prof. dr. Marc de Vries (RD 17-6). Ook Louwerse benoemt dat. Drie kanttekeningen bij de vraag of AI nu echt een geschikt hulpmiddel in ons onderwijs is of niet.
Maar is dit nu echt leren zoals we onze kinderen willen laten leren? Hoe menselijk blijft deze ontwikkeling in de toekomst? En wat zijn de bijeffecten van deze lokkende optimalisatie van onderwijzen? Ik pleit er vooralsnog stevig voor om onze kinderen en jongeren als mens te blijven benaderen, door ze op een menselijke manier met behulp van mensen menselijke dingen te laten leren in een gebroken mensenwereld. Daar worden ze misschien minder slim maar wel wijzer van.
Juf, meester, docent, diep respect en zeer veel waardering voor wat je dagelijks aan hen meegeeft. Naast je overdracht van kennis en vaardigheden doceer je namelijk iets unieks, iets wat niet te programmeren of te optimaliseren valt: wijsheid. En dat lukt het beste als je jezelf als onwijs moet aanmerken en iedere dag weer alle wijsheid van Boven nodig hebt. Dat is het beste leerproces en dat gunnen we onze jongeren!
De auteur is adviseur bij KOC, kerngroeplid bij stichting YONA en directeur van een onderwijsinstelling.
Verschenen in het Reformatorisch Dagblad, d.d. 13 september 2023.
Overzicht nieuws