Als gevolg van corona hebben veel leerlingen in het onderwijs achterstanden opgelopen. Dit verschilt per leerling en schoolsoort. Op basisscholen is de leervertraging bij rekenen het grootst. De voortgangsrapportage van het Nationaal Programma Onderwijs brengt de achterstanden in beeld.
Op verzoek van de Tweede Kamer wordt gedurende de looptijd van het Nationaal Programma Onderwijs twee keer per jaar (in het najaar en in het voorjaar) gerapporteerd over de voortgang. Inmiddels is er een eerste voortgangsrapportage gepubliceerd. Deze eerste voortgangsrapportage geeft een beeld van de stand bij de start van het schooljaar 2021/2022.
De voortgangsrapportage is onder andere gebaseerd op vragenlijsten onder schoolleiders en analyses van de toetsresultaten.
Wat valt op?
Op de basisscholen zijn de vertragingen gemiddeld het grootst bij rekenen (ca. 10 weken), gevolgd door begrijpend lezen (ca. 7 weken) en spelling in de onderbouw. Per leerjaar lopen de vertragingen uiteen. Deze zijn voor begrijpend lezen en rekenen het grootst in groep 7, de huidige groep 8.
Schoolleiders maken zich de meeste zorgen over de executieve vaardigheden die nodig zijn om goed te kunnen leren, zoals planmatig en geconcentreerd werken en het welbevinden van leerlingen. De mate waarin zij zich zorgen maken verschilt per onderwijstype.
Specifieke groepen leerlingen in kwetsbare situaties hebben extra aandacht nodig. Voor het primair onderwijs geldt: hoe lager het opleidingsniveau van de ouders, hoe groter de leervertragingen. Bij rekenen-wiskunde is bijvoorbeeld bij alle leerlingen sprake van een vertraging in de leergroei, maar bij de groep met laagopgeleide ouders is die vertraging twee keer zo groot als bij hoogopgeleide ouders. Verder geldt hier dat leerlingen met een niet-westerse migratieachtergrond, of die opgroeien in een eenoudergezin of gezin met meer dan 3 kinderen ook grotere leervertragingen laten zien.
Wat doen scholen?
Download hier de volledige rapportage en hier samenvatting.
Lees meer in ons dossier Nationaal Programma Onderwijs.
Bronnen: www.rijksoverheid.nl en www.nponderwijs.nl