Staat van het Onderwijs 2021: van crisis naar kans

14 april 2021
Woensdag 14 april heeft de Inspectie van het Onderwijs de Staat van het Onderwijs gepresenteerd. Allereerst geven we onze duiding van het geheel in relatie tot andere huidige ontwikkelingen. Daarnaast bieden we scholen perspectieven gericht op de schoolontwikkeling voor de komende schooljaren. En we geven u de belangrijkste bevindingen die we voor het basisonderwijs tegenkomen in de Staat van het Onderwijs.

Duiding en perspectieven

Kijkend naar de verschenen Staat van het Onderwijs 2021 willen we vanuit KOC Diensten het volgende meegeven. Veel genoemde zaken zijn herkenbaar, ook op onze scholen. We constateren dat binnen de leerlingpopulaties van onze scholen over het algemeen kansenongelijkheid en armoede beperkte problematiek is. Ook de mate waarin onze populaties ons voor complexe vragen stellen is beperkt. Alles overziend versterkt de Staat van het Onderwijs ons in de visie die we eerder formuleerden ten aanzien van de onderstaande thema’s.

Nationaal Programma Onderwijs

Het Nationaal Programma Onderwijs is in februari 2021 geïntroduceerd. Steeds duidelijker wordt dat het alleen richten op ‘reparatie’ een gemiste kans is. We hebben al eerder gecommuniceerd dat het goed zou zijn om de totale schoolontwikkeling met deze middelen een impuls te geven door niet alleen in te zetten op extra handen in het onderwijsleerproces, maar ook te investeren in de kwaliteit van het onderwijs: het didactisch en pedagogisch handelen, met name gericht op de basisvakken. De Staat van het Onderwijs laat zien dat individuele scholing en coaching kansrijk is.

Zie ook:

Persoonsvorming en burgerschap

We zien grotere aandacht voor persoonsvorming en burgerschapsonderwijs in het bijzonder. Dit heeft uiteraard alles te maken met de nieuwe wet over de burgerschapsopdracht voor scholen. We willen de scholen aanbevelen om de komende schooljaren expliciet aandacht te besteden aan (identiteits)vorming door zorg te dragen voor concreet aanbod en het expliciet werken aan de realisatie van de visie en daarbij gestelde doelen.

Zie ook:

Van passend onderwijs naar meer inclusief onderwijs

Het realiseren van goed passend onderwijs en meer nog het toegroeien naar inclusiever onderwijs vraagt om de basis van het lesgeven goed op orde te hebben en te krijgen. Dit ligt in het verlengde van de voorgaande alinea. We bevelen scholen, die dat nog niet goed verankerd hebben, aan om zich te gaan richten op een goede koppeling tussen onderwijs en jeugdhulp. KOC Diensten heeft inmiddels ruime ervaring hiermee opgedaan in pilots en kan u daarbij ondersteunen.

Kwaliteitszorg

Tenslotte is (opnieuw) het grote belang van een goed functionerende kwaliteitszorg op de school onderstreept. Ook hierin denkt KOC Diensten graag met u mee en hebben we royale ervaring en expertise om u van dienst te kunnen zijn.

Samenvatting relevante thema’s uit de Staat van het Onderwijs

Corona heeft grote impact gehad op het jaar 2020. Dat heeft elke school in meer- of mindere mate ervaren. Er is door de scholen veel goed gedaan, maar zorgen overheersen. Met name ook vanwege thuissituaties van leerlingen. Door de coronacrisis nam ook de kansenongelijkheid toe. Bijvoorbeeld doordat minder onderwijstijd beschikbaar was en scholen met uitdagende populaties soms het zicht op een deel van de leerlingen kwijt was. Daarnaast werd de focus meer op de cognitieve vakken gelegd en verschraalde daarmee het totale aanbod. De kwaliteit van het afstandsonderwijs was behoorlijk wisselend. Het niet doorgaan van de eindtoets leidde er gemiddeld toe dat er lagere adviezen gegeven zijn als de jaren daarvoor.

Om de ontwikkelvertragingen van de leerlingen te bestrijden is het Nationaal Programma Onderwijs geïntroduceerd. Aanbevolen wordt om hierin te denken in termen van kansen. Van crisis naar kans, van reparatie naar renovatie. Met andere woorden: ze in op herstel van de oorzaken van de geconstateerde teruglopende resultaten op de basisvaardigheden die ook al voor de coronacrisis zichtbaar was.

Basisvaardigheden

Voor met name het schrijfonderwijs en rekenonderwijs wordt door te weinig leerlingen het streefniveau (1S) behaald. Bij het schrijfonderwijs richten scholen zich vooral op het correct schrijven. Dat is goed, maar hier is verbreding nodig: ook de communicatieve en expressieve kant verdient aandacht. In het algemeen is het van belang dat er meer aandacht komt voor de productieve vaardigheden van het taalonderwijs.

Bij rekenen behaalt slechts een derde van de leerlingen het 1S niveau (tegenover de norm van 65%). Tegelijkertijd wordt in Nederland relatief veel onderwijstijd voor rekenen gebruikt. Het is van belang, om de vakdidactische vaardigheden te vergroten.

Verder valt op dat de leesvaardigheid en resultaten van rekenen/wiskunde bij de start in het VO lager liggen dan bij de eindtoets in het PO.

Maatschappelijke opgave

Persoonsvorming is een van de maatschappelijke opgaven waarvoor de school zich geplaatst ziet. Bij de onderwijsinspectie ontbreekt het goede zicht op de invulling ervan. Wel is duidelijk dat scholen die een duidelijke en uitgesproken visie hebben op persoonsvorming en deze idealen nastreven het duidelijk beter doen op dit gebied.

In het verlengde van de persoonsvorming wordt het burgerschapsonderwijs van groot belang geacht. Het is goed om burgerschapscompetenties te bevorderen. Ook hier is meer inzicht in de resultaten nodig. Scholen kunnen de resultaten meer inzichtelijk maken door concrete leerdoelen te kiezen, expliciete aandacht hieraan te besteden en de effecten of resultaten goed te monitoren. Dit inzicht is nodig om goed af te kunnen stemmen op wat de populatie nodig heeft op dit gebied. Deze werkwijze illustreert het belang van goede kwaliteitszorg.

Wanneer burgerschapsonderwijs door middel van goede kwaliteitszorg word vormgegeven en de kwaliteitscultuur in de school goed is, wordt binnen de school het leerklimaat versterkt en zijn burgerschapsresultaten zichtbaar.

Veiligheid

De meeste leerlingen voelen zich veilig op school. Tegelijkertijd komt pesten nog altijd voor. Het aantal scholen dat de veiligheid van de leerlingen monitort neemt langzaam verder toe. Monitoring blijft van groot belang.

Financiën en toezicht

Uit het onderzoek blijkt dat de financiële reserves opnieuw zijn toegenomen. Daarnaast is het risicobeheer van besturen vaak onvoldoende. De jaarverslagen bevatten in de paragraaf over het interne toezicht in meer dan de helft van de gevallen niet de informatie die nodig is, namelijk hoe er gehandeld is en welke resultaten dat opleverde. Vaak wordt volstaan met het opsommen welke onderwerpen o.a. besproken zijn.

Het is een uitdaging voor besturen en toezichthouders om tijdens en na de huidige coronacrisis de langetermijnambities (blijvend) na te streven.

Personeel

Het lerarentekort lijkt het onderwijsstelsel verder onder druk te zetten. Door de coronacrisis is de werkdruk toegenomen. Daarnaast blijven de salarissen voor de leraren in het PO achter bij de doelstellingen.

De gesignaleerde daling van het aantal directieleden is zorgwekkend te noemen, vooral om de directie het verschil kan maken in de onderwijskwaliteit vanwege zijn expliciete verantwoordelijkheid voor kwaliteitszorg.

Het wettelijk verplichte professioneel statuut ontbreekt nog op veel scholen. Dit moet minimaal jaarlijks met het personeel besproken worden, maar dit wordt op nauwelijks de helft van de scholen gedaan.

Kwaliteitsverbetering en goede resultaten

Er wordt te weinig gerichte professionalisering gevolgd. Dit is beduidend lager dan in vergelijkbare andere landen. De professionalisering die plaatsvindt is vaak algemeen van aard, is gericht op de algemene didactiek (bijvoorbeeld het model Expliciete Directe Instructie) en in mindere mate op verbetering van de analysevaardigheden en coaching van de leraar. Het aantal gevolgde masters en specifieke vakdidactische nascholing blijkt beperkt te zijn.

Kwaliteitsverbetering wordt vooral ingezet op de basis: taal, lezen, rekenen en algemene leerkrachtvaardigheden. Tegelijkertijd wordt geconstateerd dat dit onvoldoende is. Professionalisering van teams vraagt behalve om een hogere frequentie, ook om meer focus op het versterken van vakdidactische vaardigheden.

Door de coronacrisis is er een digitale sprong gemaakt. Er zijn tools voor samenwerking en overleg voor zowel leerlingen als collega’s ingezet. Er zijn door de coronacrisis meer plannen ontstaan om te professionaliseren in ICT-vaardigheden.

De kwaliteitszorg verbetert wel, maar er zijn nog regelmatig herstelopdrachten. Deze zijn vooral gericht op de zorg voor kwaliteit en het voldoen aan wettelijke vereisten. Dit laatste is vaak een gevolg van een algemeen gebrek aan goede kwaliteitszorg.

Onderzocht is wat er toe doet om op bestuursniveau goede resultaten te behalen. Kenmerkend zijn een goede kwaliteitszorg, met daarin zicht op de resultaten en het onderwijsproces, het helder hebben van de concrete doelen, maar ook het meten van lastiger meetbare indicatoren. Dit alles gecombineerd met gerichte acties om de kwaliteit te verbeteren. Cyclisch en doelgericht werken aan onderwijskwaliteit maakt het verschil.

Daarnaast is het hebben van kwalitatief goed en gediplomeerde leraren en schoolleiders voorwaardelijk om goede resultaten te behalen. Dat een laag ziekteverzuim onder leraren dit versterkt moge duidelijk zijn.

Uiteraard draagt de leerlingenpopulatie bij aan de mate waarin het mogelijk is om goede resultaten te behalen. De ene populatie stelt voor meer uitdagingen dan de andere.

Ook om goed afstandsonderwijs te bieden lijkt een goede kwaliteitscultuur binnen de school voorwaardelijk te zijn. Er werd dan gemiddeld sneller geschakeld en het onderwijs wat gegeven werd was van hogere kwaliteit.

Onderwijsleerproces

Het model Expliciete Directe Instructie is het meest gebruikte model. De regie van het vormgeven van het onderwijs ligt vooral bij de leerkracht. Regelmatig noemen leraren het versterken van eigenaarschap bij de leerlingen als verbeterthema.

De verwerking van de lesstof via softwareprogramma’s geeft de leerling (en leraar) meer inzicht in het (eigen) leerproces en bevordert de motivatie.

Passend onderwijs

Een goede samenwerking blijft sleutel tot verbeteringen passend onderwijs. Terugplaatsing vanuit het s(b)o vindt maar zeer beperkt plaats. Opnieuw blijkt dat goed contact met de ouders zorgt voor extra ondersteuning van de leerlingen. Dit kan versterkt worden door hier meer aandacht voor te hebben en zorg te dragen voor een effectieve aanpak. Daarnaast draagt overigens ook de inzet van onderwijsondersteuning, ondersteuning door de leraar, het professionaliseren van de leraar en specifiek lesaanbod voor de leerlingen bij aan het versterken van passend onderwijs.

Naast het bovenstaand is het van belang dat het onderwijs naar inclusiever onderwijs ontwikkelt. Om dit te kunnen realiseren moet de basis op orde zijn. Dat betekent dat er voldoende bevoegde leraren moeten zijn, dat de werkdruk hanteerbaar moet zijn, dat de samenwerking met jeugdhulp goed moet zijn en dat herstel van de coronacrisis plaats moet vinden. Ook is het van belang dat scholen helder hebben wat wel of niet mogelijk is in de klas.

In het algemeen is de toegevoegde waarde van de school meer zichtbaar geworden. De oplossing van een aantal vraagstukken vraagt om landelijke of in ieder geval gezamenlijke aanpak. Denk hierbij aan het lerarentekort, de kansenongelijkheid en armoede. Deze vraagstukken overstijgen de mogelijkheden van de individuele scholen of besturen.

Wat is effectief afstandsonderwijs?

Tot slot: in de Staat van het Onderwijs is een paragraaf opgenomen waarin ingegaan wordt op wat afstandsonderwijs effectief maakt. We hebben dit voor scholen op een rij gezet, zodat zij er ook in de dagelijkse situatie van nu hun winst mee kunnen doen.

Overzicht nieuws

Gerelateerd

17 april 2024

Dalende lijn basisvaardigheden en kwaliteit van het onderwijs

Reactie van VBSO en VGS op de Staat van het Onderwijs 2024.

Lees verder
17 april 2024

Pedagogisch-didactisch handelen en extra ondersteuning vragen verbetering

Dat is één van de conclusies uit de Staat van het Onderwijs 2024. Veel van de onderzochte scholen (20%) kregen in achterliggende tijd het oordeel onvoldoende voor de kwaliteit van hun onderwijs. Volgens het rapport ontbreekt het bij deze scholen aan een goede visie met bijbehorende ambities en doelen. Daarnaast is er onvoldoende zicht op de ontwikkeling van kinderen. En wordt het pedagogisch-didactisch handelen als verbeterpunt aangewezen.

Lees verder